Jullie zullen wel gemerkt hebben dat het alweer een tijdje geleden is dat ik nog iets postte op deze blog! Het spijt me lieve lezers, ik had het de laatste tijd nogal drukjes en als beginnende blogger zit ik nog niet echt in de routine van “op die dag krijg je gegarandeerd een nieuw bericht te lezen”. Ik heb nog geen vaste tijdstippen waarop er een bericht gepost wordt, maar daar wordt aan gewerkt. Ik beloof voorlopig niks, want ik ben dit jaar met mijn Master begonnen en ik wil mij er ten volle voor inzetten, dus vergeef mij als het even wat stil is op mijn blog, het kan zijn dat ik het dan gewoon eventjes te druk heb met school (want dat gaat nog altijd voor bij mij). Goed, we gaan eraan beginnen!
Wat doe je als je ouders 25 jaar getrouwd zijn? Wij gingen op reis, het was niet zomaar een reis, nee, het was een verrassingsreis met als doel dat mama en papa hun trouwbeloften zouden hernieuwen.
Het oorspronkelijke idee kwam van mama, ze droomde ervan haar trouwbeloften eens opnieuw te doen op een mooi zuiders strand. Bleek dan uiteindelijk dat dat “zuiders” toch niet zo gemakkelijk was als je slechts een weekje met de camper op reis gaat. Dus de bestemming werd aangepast, maar het doel bleef hetzelfde. Mijn broer en ik besloten er iets speciaals van te maken en aangezien mama mee in het complot zat, werd het dan maar een verrassingsreis voor papa met opdrachten en raadsels waardoor de uiteindelijke bestemming en het eigenlijke doel van de reis duidelijk zouden worden. Ik maakte rebussen waarvan de oplossing een opdracht was die papa moest uitvoeren en mijn broer zorgde ervoor dat papa de bestemmingen eerst nog zou moeten ontcijferen. Daarbovenop kreeg hij na elke opgeloste rebus nog een envelop met puzzelstukjes van 5 verknipte foto’s. En zo kwam hij beetje bij beetje meer te weten. We waren eigenlijk ook benieuwd naar wat papa al vermoedde en vlak voor de reis hadden we hem dus een lijstje laten maken met de bestemmingen waar hij dacht dat we naartoe zouden gaan.
We maakten onze eerste tussenstop in Le Crotoy, een Picardisch dorp aan de baai van de Somme. Die baai heeft een opmerkelijke natuur, niet echt spectaculair, maar het heeft wel iets. Na een overnachting in Le Crotoy reden we door naar Rouen. De stad waar Jeanne d’Arc op de brandstapel werd gegooid en waarvan Monet de kathedraal schilderde met elke mogelijke lichtinval. Het is een leuke stad met imposante kerken, een mooie klok, typische huisjes en toffe winkelstraatjes. Alleen het weer viel wat tegen, maar daar konden we weinig aan veranderen. Na het bezoek aan Rouen reden we naar een camping in Jumièges, een dorpje aan de Seine. Dé bezienswaardigheid van Jumièges is de “Abbaye de Jumièges”. Het is een ‘vervallen’ abdij in witte steen die, als de zon erop schijnt, opvalt in de groene omgeving en best wel imposant is.
De volgende bestemming die op het programma stond was een ander leuk Normandisch stadje: Honfleur. Mijn mémé is er nog veel geweest en dat is ook één van de redenen waarom we er zeker eens wilden passeren. Ik ben echt blij dat we er geweest zijn, de huizen aan de haven lijken net uit een film te komen, je vindt er het ene restaurantje naast het andere, waar ze overal fantastische visgerechten serveren. De heerlijke geuren kwamen ons al tegemoet in de gezellige, smalle straatjes vol kunstgalerijen en kleine winkeltjes met streekproducten zoals Calvados, sablés (zandkoekjes) en caramel. Het stadje is, net als de rest van de streek, heel erg geliefd bij kunstenaars. Ook “by night” is het leuk om eens langs de haven te lopen. Om te overnachten is er in Honfleur een camperplaats voorzien voor wel 240 campers – dat vind je zeker niet overal – en elke ochtend komt de bakker er al toeterend langs met ontbijtkoeken en van die heerlijke Franse “baguettes”. ’s Ochtends konden we genieten van enkele regenbogen – één van mijn favoriete natuurverschijnselen – die de grauwe lucht opfleurden. Na het ontbijt reden we naar een camping niet zo ver van Honfleur, waar we zouden gaan genieten van de sauna en het verwarmde, overdekte buitenzwembad. Een dagje “chillen” zeg maar, dat moet ook eens kunnen en het deed deugd.
En dan was het zover, onze hoofdbestemming: Étretat. Ik leerde het stadje aan de Côte d’Albâtre (Albasten Kust) kennen dankzij de prachtige luchtbeelden van de Tour de France. Étretat staat bekend om haar spectaculaire “falaises”, kliffen (ja, ik weet het, daar zijn alweer die kliffen, al voor de derde keer, ik kan er niets aan doen, ik ben er gewoon door gefascineerd). Aan de ene kant van het dorp heb je de Porte d’Aval, de Aiguille en de Manneporte en dan aan de andere kant heb je de Porte d’Amont. Het zijn één voor één bogen die ontstaan zijn door natuurlijke erosie. Aan de kant van de Porte d’Amont staat er op de klif een kapel, la Chapelle Notre-Dame de la Garde. We installeerden onze camper op de camping municipal en gingen eens gaan kijken naar het dorp. We hoorden de golven al van ver en toen we op de dijk kwamen, ontdekten we dat het eigenlijk storm was op zee (oeps, nu zit ik weer met dat liedje van Samson en Gert in mijn hoofd). De golven beukten in op het keienstrand, kwamen steeds dichter en werden steeds hoger en woester, het was duidelijk geen gewone vloed. Sommige golven sloegen samen met enkele keien over de dijk. Wat een spektakel! Het stadje zelf is ook echt gezellig met enkele typische oude houten gebouwen, een toffe overdekte markt, leuke restaurantjes en winkeltjes. Nadat we een “galette” hadden gegeten (dat is zo’n typisch Normandische hartige pannenkoek, echt lekker!), klaarde het wat op en besloten we het wandelpad te volgen naar de top van de Porte d’Aval. Daar kregen we een mooi uitzicht over het stadje en de kapel aan de ene kant en over de adembenemende Manneporte aan de andere.
Bovenaan kregen we nog wat spektakel, maar iets minder leuk: een reddingshelikopter liet een paar duikers zakken naar een gekapseisde boot, het leek net een scène uit “The Guardian”. Onze menselijke nieuwsgierigheid nam het van ons over en met de verrekijker speurden we mee, maar de duikers vonden niemand. Een tijdje later kwam er een boot van de kustwacht om het bootje (of wat ervan overbleef) weg te slepen. Daarna liepen we nog wat verder langs het pad richting de Manneporte, vandaar kregen we een wondermooi uitzicht op de Aiguille en de Porte d’Aval (het uitzicht zie je op de eerste foto van dit bericht)! De zon zorgde ervoor dat het wit van de krijtrotsen oplichtte en zo mooi in contrast kwam met de blauwe zee. Ik genoot! Ik vind het alleen jammer dat er nog steeds zoveel mensen zijn die niet op de paden blijven en het noodlot willen tarten. Ach ja, ze doen maar. Na de wandeling toonden enkele surfers hun kunstjes op de wilde golven en gingen we onze dorst lessen op een terras op de dijk. De volgende dag gingen we de andere kant op, richting de kapel.
263 treden naar omhoog, boven rustten mama en ik uit op een bankje met fantastisch uitzicht. We bleven daar wachtten op mijn broer en papa die zijn laatste opdracht nog moest vervullen. Boven stond hem nog een verrassing te wachten: het hoofddoel van de trip, een hernieuwing van de trouwbeloften (off the record, dat wel). En ja hoor, het was perfect, het volledige plan was geslaagd (met de nodige traantjes van geluk). Mission accomplished! En net op dat moment, bij een glaasje champagne besloten de weergoden de hemelsluizen volledig open te zetten. We gingen schuilen onder een afdakje en aten daar onze picknick. Dan was het wachten tot het stopte (of toch ten minste minderde) met regenen. En dat deed het gelukkig ook. We wandelden nog een beetje verder, maar het pad was veranderd in een grote modderpoel. Op ons gemak keerden we terug. ’s Avonds genoten we van heerlijke gerechten in een lokaal restaurant en gingen we eens gaan kijken naar het strand. Als het donker is zijn de kliffen prachtig verlicht, maar de magische zonsondergang waar ik zo op gehoopt had, was net zoals de vorige avond achter de wolken verdwenen.
De dag erna was er nood aan overleg, aangezien het weer niet echt mee zat en we eigenlijk alles zowel een beetje gezien hadden in Étretat. We besloten verder te rijden, next stop: Fécamp, een ander Normandisch havenstadje tussen de kliffen. Ook daar was er een grote camperplaats aan de haven, waar we zelfs 7 dagen mochten blijven staan gratis en voor niets, leuk meegenomen dus! We gingen op verkenning (zoals we altijd doen in een stad waar we nog nooit geweest zijn). Eerlijk gezegd vond ik Fécamp nogal teleurstellend, het is zeker niet slecht, maar ik had er veel meer van verwacht. Er zijn wel mooie gebouwen (zoals de Abbatiale of het Palais Bénédictine), maar de rest heeft niet echt iets typisch. De haven is op zich ook wel leuk, maar het springt niet boven andere haventjes uit. Ach ja, het is nu ook alleen maar mijn persoonlijke mening. Ook die vijf windmolens die ze op de kliffen hebben geplaatst, vind ik maar niks. Ik heb zeker niets tegen windmolens of andere groene energie, integendeel, maar ik vind het wel absurd dat ze geplaatst worden op nog ongerepte natuur waardoor ze het aanzicht van een mooie plaats enorm ontsieren. Ik heb dan liever dat ze geplaatst worden langs autostrades of ergens anders, waar de industrie het al lang van de natuur heeft gewonnen, maar laat alsjeblieft de nog ongerepte stukken natuur die overblijven met rust. Goed, dat even terzijde.
Ik hoopte dat de wandeling die we de volgende dag gepland hadden naar Cap Fagnet me meer zou kunnen bekoren, maar opnieuw gooide het weer roet in het eten (eigenlijk moet ik daar niet over zagen, dat kan je verwachten in september, als de herfst begint te naderen, maar iets in mij hoopte toch op iets beters). We waren nog maar vertrokken of het begon alweer te regenen, we keerden dan maar terug naar de camper en wachtten tot het zou opklaren. En ja hoor, daar was de zon. We vertrokken en toen we boven kwamen en tussen de Duitse bunkers liepen zagen we van over zee de dreigende zwarte wolken en de muur van regen al aankomen. Daar ging ons wandeling, het werd uiteindelijk een tocht van bunker naar bunker op zoek naar een plaats om te schuilen. Het is ook een avontuur hé. Na de wandeling keerden we terug naar de haven om eens te kijken naar enkele oude schepen die aangelegd hadden voor de “Journée européenne du patrimoine”.
En dan was het alweer tijd voor de laatste tussenstop: Dieppe. Nog zo’n heel gezellig havenstadje in Normandië. Er was veel volk, we hadden net geluk dat er nog 1 vrije plaats was op de camperparking. We sprongen op de fiets en gingen op verkenning. Het is echt een leuk stadje met veel restaurantjes en winkeltjes aan de haven. Ook hier kan je vanop het strand de kliffen zien. ’s Avonds zaten we op restaurant en ik zag dat er deze keer wel een zonsondergang zou zijn, ik had er al de hele reis op gewacht en ein-de-lijk! We waren net op tijd en het was prachtig!! Het was de perfecte afsluiter van onze vakantie! De batterijen waren weer volledig opgeladen en we waren klaar om terug naar school te gaan.
Nu is de eerste week school voorbij en ben ik al aan het wegdromen naar de volgende reis/uitstap. Voilà, ik hoop dat jullie ervan genoten hebben (ik zeker en vast wel) en ik weet het, bij mijn vorige bericht ben ik de weetjes vergeten (foei Tjapke!), maar deze keer niet:
Wist je dat:
- het twee keer per week regent in Normandië? Een keer 3 dagen en een keer 4 dagen. – Normandisch gezegde
- de Chapelle Notre-Dame de la Garde te koop staat?
- je op muur van het justitiepaleis in Rouen nog de kogelgaten kan zien uit de Tweede Wereldoorlog?
- ze in Normandië drie bruggen hebben die overal op postkaarten terug te vinden zijn? De Pont de Normandie, de Pont de Tancarville en de Pont de Brotonne, drie immense bruggen over de Seine waar ze in Normandië echt fier op zijn (net als die windmolens in Fécamp trouwens, waar men ook volledige postkaarten aan wijdt, ach, je moet ervoor zijn zeker?)
- je geen keien mag meenemen vanop het strand in Étretat? Want slechts enkele keien kunnen het verschil maken of het stadje onder water komt te staan bij een hevige storm.
Ziezo, dat was het! De volledige fotoreeks kan je terugvinden in het fotohoekje of door hieronder verder te scrollen.
Als je zelf ook naar Normandië op reis wil gaan, heb ik hier vier handige websites voor je:
www.seine-maritime-tourisme.com
Hier kan je genieten van de foto’s:
[Best_Wordpress_Gallery id=”8″ gal_title=”Verrassingsreis door Normandië”]
Muizemieke, dat is weer een schitterend verslag hé. Ik heb er nogmaals van genoten, het was net of ik terug op reis was. Nog eventjes aftellen naar ons volgend uitstapje. Love you. Mamsie.
Spectaculaire foto van de reddingshelikopter, maar de reden zal inderdaad wat minder geweest zijn.
Dankjewel Vincent! Ik hoop alvast dat het uiteindelijk minder erg was dan het leek!
Die foto’s zijn inderdaad prachtig!
Dankjewel!
Mooie foto’s. Prachtige streek vlakbij. Enkele uurtjes rijden met de wagen en Etretat ligt binnen handbereik.